Infrarood voertuigscheiders
Korte beschrijving:
De infrarood voertuigscheider uit de ENLH-serie is een dynamisch voertuigscheidingsapparaat, ontwikkeld door Enviko met behulp van infraroodscantechnologie. Dit apparaat bestaat uit een zender en een ontvanger en werkt volgens het principe van tegengestelde stralen om de aanwezigheid en het vertrek van voertuigen te detecteren en zo het voertuigscheidingseffect te bereiken. Het apparaat beschikt over een hoge nauwkeurigheid, een sterk anti-interferentievermogen en een hoge respons, waardoor het breed toepasbaar is in scenario's zoals algemene tolstations, ETC-systemen en weigh-in-motion (WIM)-systemen voor het innen van tol op snelwegen op basis van voertuiggewicht.
Productdetails



Producteigenschappen
Functies | Dbeschrijving |
Rontvangststraalkrachtdetectie | Er zijn 4 niveaus van balksterkte beschikbaar, wat handig is voor installatie en onderhoud op locatie. |
Ddiagnosefunctie | Diagnostische LED's bieden een eenvoudige manier om de sensorprestaties te bewaken. |
Uitgangen | Twee discrete uitgangen(DDetectie-uitgang en alarmuitgang, NPN/PNP optioneel),plusMilieueffectrapportage-485 seriële communicatie. |
Afschermingsfunctie | Cdetecteert automatisch storingen van de zender of de ontvanger en de vervuilingsstatus van de lens. Het kan nog steeds werken in de storingstoestand en ondertussen waarschuwingsinstructies en alarmsignalen uitzenden. |
1.1 Productcomponenten
De producten omvatten de volgende componenten:
● Zender en ontvanger;
● Eén 5-aderige (zender) en één 7-aderige (ontvanger) snelkoppelingskabel;
● Beschermde dekking;
1.3 Productwerkingsprincipe
Het product bestaat hoofdzakelijk uit een ontvanger en een zender, waarbij gebruik wordt gemaakt van het principe van tegenschieten.
De ontvanger en de zender hebben dezelfde hoeveelheid LED's en foto-elektrische cellen. De LED in de zender en de foto-elektrische cel in de ontvanger worden synchroon aangestuurd. Wanneer het licht wordt geblokkeerd, geeft het systeem een signaal af.
Productspecificaties
Cinhoud | Specificaties |
Ooptisch asnummer (straal); optische asafstand; scanlengte | 52; 24 mm; 1248 mm |
Eeffectieve detectielengte | 4 ~ 18m |
Minimale objectgevoeligheid | 40 mm((rechtstreekse scan) |
Voedingsspanning | 24v DC±20%; |
Leveringhuidig | ≤200mA; |
Discrete-uitgangen | Ttransistor PNP/NPN beschikbaar,detectie-uitgangen en alarmuitgangen,Maximaal 150mA.(30V DC) |
EIA-485-uitgangen | MilieueffectrapportageMet -485 seriële communicatie kan een computer scangegevens en de systeemstatus verwerken. |
Iindicator lichtuitgangen | WWerkstatuslampje (rood), voedingslampje (rood), ontvangstlichtsterktelampje (rood en geel) |
Rreactietijd | ≤10 ms(directscannen) |
Afmetingen(lengte * breedte * hoogte) | 1361 mm× 48 mm× 46 mm |
Bedieningvoorwaarde | Temperatuur:-45℃~ 80℃,maximale relatieve vochtigheid:95% |
Cbouw | aaluminiumbehuizing met zwarte geanodiseerde afwerking; geharde glazen ramen |
Milieuclassificatie | IEC IP67 |
Instructie voor indicatielampje
LED-lampjes worden gebruikt om de werkstatus en de storingsstatus van de producten aan te geven. De zender en de ontvanger hebben evenveel indicatielicht. De LED-lampjes zijn bovenop de zender en de ontvanger geplaatst, zoals weergegeven in figuur 3.1.
Ddiagram 3.1instructie voor indicatielampje (werkstatus;stroomlicht)
Indicatielampje | emitter | ontvanger |
Werk(rood):Werkstatuslampje | on:lichtschermwerkt abnormaal*uit:lichtpuinn werkt normaal | on:lichtschermis geblokkeerd**uit:lichtschermis niet geblokkeerd |
Hitte (rood):Pbovenlicht | on:ontvangststraal issterk (de overmatige winst is meer dan8)knipperen:ontvangststraal is flauwvallen(de overmatige winst isminderdan 8) |
Opmerking: * wanneer het lichtscherm abnormaal werkt, worden er alarmsignalen afgegeven; ** wanneer het aantal optische assen dat isgeblokkeerdis groter danhet aantal balken dat is ingesteld, detectie-uitgangen sturen.
Diagram3.2 indicatielampje instructie(ontvangststraalsterkte/licht)
Indicatielampje | Zender en ontvanger | opmerkend |
(①Rood, ②geel) | ①Uit,②uit:overmatige winst: 16 | 1 bij een lengte van 5 m is de excessieve versterking meer dan 16; bij de maximale detectielengte is de excessieve versterking 3,2 wanneer de excessieve versterking minder is dan8, depHet onderste lampje knippert. |
①aan,②uit:overmatige winst: 12 | ||
①uit,②aan:overmatige winst :8 | ||
①aan,②aan:overmatige winst :4 |
Productafmetingen en aansluiting
4.1 De productafmetingen worden weergegeven in figuur 4.1;
4.2 De productaansluiting wordt weergegeven in figuur 4.2


Detectie-instructies
5.1 Verbinding
Plaats eerst de ontvanger en de zender van het lichtscherm volgens figuur 4.2 en zorg ervoor dat de verbinding goed is (schakel de stroom uit tijdens het aansluiten). Plaats vervolgens de zender en de ontvanger tegenover elkaar op de effectieve afstand.
5.2 Uitlijning
Schakel de stroom in (24V DC). Als het indicatielampje van het lichtscherm twee keer knippert, en het lampje (rood) van de zender en de ontvanger branden terwijl het lampje voor de werkstatus (rood) uit is, is het lichtscherm uitgelijnd.
Als het werkstatuslampje (rood) van de zender brandt, is er mogelijk een storing in de zender en/of de ontvanger. Deze moeten dan naar de fabriek worden gerepareerd.
Als het werkstatuslampje (rood) van de ontvanger brandt, is het lichtscherm mogelijk niet uitgelijnd. Beweeg of draai de ontvanger of zender langzaam en kijk totdat het werkstatuslampje van de ontvanger uit is (als de ontvanger na lange tijd nog steeds niet is uitgelijnd, moet hij worden gerepareerd en teruggestuurd naar de fabriek).
Waarschuwing: tijdens het uitlijningsproces zijn geen objecten toegestaan.
De sterkte van de ontvangende lichtbundel (rood en geel) van de zender en ontvanger is gerelateerd aan de werkelijke werkafstand. Klanten moeten dit aanpassen op basis van het daadwerkelijke gebruik. Meer details vindt u in diagram 3.2.
5.3 Detectie van lichtschermen
De detectie moet worden uitgevoerd binnen de effectieve afstand en de detectiehoogte van het lichtscherm.
Door objecten met een afmeting van 200*40mm te gebruiken om het lichtscherm te detecteren, kan de detectie op elke gewenste plek tussen de zender en de ontvanger worden uitgevoerd, meestal aan de ontvangerkant, omdat dit het gemakkelijkst te observeren is.
Tijdens de detectie, detecteer drie keer met een constante snelheid (>2cm/s) rond het object. (lange zijde loodrecht op de straal, horizontaal midden, van boven naar beneden of van onder naar boven)
Tijdens het proces moet het werkstatuslampje (rood) van de ontvanger continu branden. De status die bij de detectie-uitgangen hoort, mag niet veranderen.
Het lichtscherm functioneert normaal als aan bovenstaande vereisten wordt voldaan.
Aanpassing
Als het lichtscherm niet in de beste staat verkeert (zie figuur 6.1 en d)diagram6.1), moet het aangepast worden.Szie figuur 6.2.
1,Tde horizontale richting: pas de beschermde aanomslag: 4 moer losdraaienof vastpbeschermdafdekchassis, handmatige rotatie van de beschermde afdekking;
Pas delichtscherm: maak de rechter niveau-afstelschroef los en draai de linker vastniveauaanpassenmentdraai met de klok mee om delichtscherm. Integendeel, omkeerbare aanpassinglichtscherm.PLet op dat u de hoeveelheid linker- en rechterschroef aanpast;
2,Tde verticale richting: 4 moer losdraaienof vast beschermd dekselchassis, 4 verticale afstelschroeven om de installatie op het chassis af te stellen;
3,Tom de indicator van de staat te observeren, naar delichtOm het scherm in de beste staat te houden, draait u de bevestigingsmoeren van het chassis vast en draait u alle losse schroeven goed vast.
Fabrieksinstelling
De volgende parameters kunnen worden gewijzigd via de EIA485 seriële interface; de fabrieksinstellingen zijn:
1 Wanneer geactiveerde uitgangen, continue dekking optische as nummer N1=5;
2 Wanneer de continue N1-1 optische as (minimaal 3) is afgesloten, is de foutalarmtijd: T = 6 (60s))
3 Detectie-uitgangstype: NPN normaal open;
4 Alarmuitgangstype: NPN normaal open;
5 Scanbenadering: rechtstreeks scannen;
Seriële communicatie-interface
8.1 Seriële communicatie-interface
● EIA485 seriële interface, half-duplex asynchrone communicatie;
● Baudsnelheid: 19200
● Karakterformaat: 1 startbit, 8 databits, 1 stopbit, geen pariteit, gegevens verzenden en ontvangen vanaf de lage start
8.2 Gegevensformaat verzenden en ontvangen
● Gegevensformaat: alle gegevens zijn in hexadecimaal formaat, alle verzonden en ontvangen gegevens omvatten: 2 opdrachtbytewaarden, 0~meerdere gegevensbytes, 1 controlecodebyte;
● In totaal 4 verzend- en ontvangstopdrachten, zoals weergegeven in diagram 8.1
Schema 8.1
Bestelwaarde
(hexadecimaal) definitie Gegevensformaat (voor seriële interface lichtscherm)
ontvangen (hexadecimaal) verzenden (hexadecimaal)*
0x35, 0x3A Informatie over de status van het lichtscherm ingesteld 0x35, 0x3A, N1, T, B, CC 0x35, 0x3A, N, N1, T, B, CC
0x55, 0x5A Lichtschermstatusinformatie verzenden 0x55, 0x5A, CC 0x55, 0x5A, N, N1, T, B, CC
0x65, 0x6A Lichtschermstraalinformatie verzenden (onderbroken) 0x65, 0x6A, n, CC 0x65, 0x6A, n, D1, D2,…, Dn, CC
0x95, 0x9A Lichtschermstraalinformatie verzenden (continu) 0x95, 0x9A, n, CC 0x95, 0x9A, n, D1, D2,…, Dn, CC
N1 Wanneer de uitgangen zijn geactiveerd, is het aantal dat continu de straal buiten houdt, 0 < N1 < 10 en N1 < N;
T De tijd dat een continue N1-1 lichtbundel buiten moet worden gehouden (10*T seconde), alarmsignalen worden afgegeven wanneer na verloop van tijd 0 < T <= 20;
B Detectie-uitgang (bit 0, de ontvanger), 0 (bit 1), alarmuitgang (bit 2, de zender), open/dicht-signaal, 0 regelmatig openen, 1 regelmatig sluiten. Scantype-signaal (bit 3), 0 rechte scan, 1 kruisscan. 0x30 ~ 0x3F.
N Het totale aantal van de balk;
n Het aantal secties dat nodig is om de informatie van de bundel over te brengen (8 bundels vormen één sectie), 0 < n <= N/8, wanneer N/8 nog restanten heeft, voeg dan één sectie toe;
D1,…,Dn Informatie over elke sectie van de balk (voor elke balk is de geleiding 0, de dekking is 1)
CC 1 Byte-controlecode, die de som is van alle getallen ervoor (hexadecimaal) en de hoge 8 elimineert
8.3 Instructie voor het verzenden en ontvangen van gegevens
1 De initialisatie-instellingen van het lichtscherm zijn de seriële communicatie-ontvangstmodus, die is voorbereid voor het ontvangen van gegevens. Telkens wanneer er gegevens worden ontvangen, stelt u de gegevensinhoud in volgens de instructies voor het ontvangen van gegevens en stelt u de seriële communicatiemodus in op verzenden. Vervolgens worden de gegevens verzonden. Nadat de gegevens zijn verzonden, stelt u de seriële communicatiemodus weer in op ontvangen.
2 Pas wanneer de juiste gegevens zijn ontvangen, start het proces van gegevensverzending. De volgende gegevens kunnen onjuist zijn ontvangen: een verkeerde controlecode, een verkeerde bestelwaarde (niet 0x35, 0x3A, 0x55, 0x5A, 0x65, 0x6A, 0x95, 0x9A).
3 De initialisatie-instellingen van het systeem van de klant moeten in de seriële communicatieverzendmodus staan. Elke keer nadat er gegevens zijn verzonden, moet de seriële communicatiemodus worden ingesteld op onmiddellijk ontvangen. Dit is nodig om de gegevens die via het lichtscherm zijn verzonden, te kunnen ontvangen.
4 Wanneer het lichtscherm de gegevens ontvangt die door het systeem van de klant zijn verzonden, worden de gegevens na deze scancyclus verzonden. Daarom moet het systeem van de klant na elke gegevensverzending normaal gesproken 20 tot 30 ms wachten op ontvangst van de gegevens.
5 Voor het commando "Light Screen State Information Set" (0x35, 0x3A) zal er meer tijd nodig zijn dan voor het verzenden van gegevens, omdat het EEPROM moet worden geschreven. Voor deze opdracht raden we de klant aan om ongeveer 1 seconde te wachten op de ontvangst van gegevens.
6 Onder normale omstandigheden gebruikt het klantsysteem vaak de commando's voor de transmissie van lichtscherminformatie (0x65, 0x6A/0x95, 0x9A), maar de instellingen voor de lichtschermstatus (0x35, 0x3A) en het transmissiecommando (0x55, 0x5A) worden alleen gebruikt wanneer dat nodig is. Daarom raden we ten zeerste aan om het niet te gebruiken in het klantsysteem (met name niet de commando's voor de instelling van de lichtschermstatus).
Omdat de modus van de EIA485 seriële interface half-duplex asynchroon is, is het werkprincipe van het intermitterende verzenden (0x65, 0x6A) en het continue verzenden (0x95, 0x9A) als volgt:
● Intermitterend verzenden: Stel tijdens de initialisatie de seriële interface in op ontvangen. Wanneer de opdracht van het klantsysteem wordt ontvangen, stelt u de seriële interface in op verzenden. Vervolgens verzendt u gegevens op basis van de ontvangen opdracht. Na het verzenden van de gegevens wordt de seriële interface opnieuw ingesteld op ontvangen.
● Continu verzenden: wanneer de ontvangen opdrachtwaarde 0x95、0x9A is, start continu verzenden van lichtschermstraalinformatie.
● Bij continue verzending, als een van de optische assen in het lichtscherm buitengesloten is, worden seriële gegevens verzonden onder de omstandigheid dat elke scancirkel voorbij is terwijl de seriële interface beschikbaar is. In de tussentijd wordt de seriële interface ingesteld om te verzenden.
● Bij continue verzending, als er geen optische as in het lichtscherm is uitgesloten en de seriële interface beschikbaar is (na het verzenden van deze gegevens), wordt de seriële interface ingesteld op ontvangen en wacht op ontvangen gegevens.
● Waarschuwing: bij continue verzending is het klantsysteem altijd de kant die gegevens ontvangt. Wanneer verzending nodig is, kan dit alleen plaatsvinden als het lichtscherm niet buiten is en moet het binnen 20 tot 30 ms na ontvangst van de gegevens zijn voltooid. Anders kunnen er onvoorspelbare seriële communicatieproblemen ontstaan en kan de seriële interface beschadigd raken, wat in het ergste geval nog erger is.
Instructies voor Light-Screen en hoe te communiceren met een pc
9.1 Overzicht
Light-Screen wordt gebruikt om de communicatie tussen het LHAC-serie-lichtscherm en de pc tot stand te brengen. Via Light-Screen kunnen gebruikers de werkstatus van het lichtscherm instellen en controleren.
9.2 Installatie
1 Installatievereisten
● Windows 2000 of XP besturingssysteem in het Chinees of Engels;
● Heeft een RS232 seriële interface (9-pins);
2 Installatiestappen
● Open de mappen: PC-communicatiesoftware\installatieprogramma;
● Klik op het installatiebestand, installeer Light-Screen;
● Als er al een Light-Screen aanwezig is, voert de installatie eerst verwijderingsbewerkingen uit en installeert vervolgens de software opnieuw.
● Tijdens de installatie moet u eerst de installatiemap opgeven en vervolgens op Volgende klikken om te installeren
9.3 Gebruiksaanwijzing
1 Klik op “start”, zoek “programma(P)\Light-Screen\Light-Screen”, zet Light-Screen in werking;
2 Nadat u Light-Screen hebt bediend, verschijnt eerst de interface die is afgebeeld in figuur 9.1, de interface aan de linkerkant. Klik op de interface of wacht 10 seconden. Vervolgens verschijnt de afbeelding aan de rechterkant van figuur 9.1.

3. Meld u aan met de gebruikersnaam: abc, wachtwoorden: 1, klik vervolgens op "Bevestigen" en ga naar de werkende interface van Light Screen, zoals weergegeven in figuur 9.2 en figuur 9.3.

Figuur 9.2 Werkingsinterface van het digitale display

Figuur 9.3 Werkinterface van het grafische display
4 De display-werkinterface wordt gebruikt om de werkinformatie en statusinformatie van het lichtscherm weer te geven. Meer details hierover vindt u in de volgende woorden:
● Werkstatus van het systeem: het vakje 'huidige status' geeft aan of de seriële communicatie normaal is of niet. Klik op de knop 'zelfcontrole van het systeem' en voer een seriële test uit.
● Lezen van het lichtscherm: klik op de knop voor handmatig lezen en lees de statusinformatie van het lichtscherm eenmaal.
● Instellingen voor straaltransmissie: met de sectie-instellingen voor straaltransmissie wordt het sectienummer van de zendstraal ingesteld. Wanneer de knop voor het lezen van de straal is ingeschakeld, wordt continu straalinformatie verzonden.
● Informatie over de status van het lichtscherm: het totale aantal stralen van het lichtscherm, het aantal geblokkeerde continue stralen, de blokkeringsalarmtijd (de foutalarmtijd van minder dan continue N1-1 stralen die geblokkeerd zijn), markeringen zoals detectie-uitgangen, straalsterkte-uitgangen (ongebruikt), foutalarmuitgangen regelmatig openen/sluiten teken en scantype (rechtstreeks scannen/kruisscannen), enz.
● Digitaal display (figuur 9.2): indicatielampje (gesorteerd per sectie, de onderste optische as is de eerste) geeft de status van elke straal aan, licht aan wanneer deze geblokkeerd is, licht uit wanneer deze niet geblokkeerd is.
● Grafische weergave (figuur 9.3): weergave van de vorm van de objecten die in een bepaalde tijd door het lichtscherm passeren.
● Grafische weergaveconsole: kies de kleur van de afbeeldingen (de voorgrondselectie - de achtergrondkleur van de afbeeldingen (de achtergrondselectie-), de tijdbreedte van het weergavevenster (tijd van X-as-X), enz. Wanneer de knop voor de grafische weergave is ingeschakeld, start u met het verzamelen en weergeven van gegevens.
5 Wanneer u keuzeparameterinstellingen/systeemparametermenu maakt, geeft u de parameterinstellingsinterface (figuur 9.4) weer om de werkparameters van het lichtscherm in te stellen. Meer informatie vindt u in de volgende woorden:
● Parameters voor lichtscherm instellen: stel het aantal stralen in dat continu wordt buitengehouden, blokkeer alarmtijd, de uitvoermodus van elke markering, enz. Hieronder vallen: tekens zoals detectie-uitgangen, straalsterkte-uitgangen (ongebruikt), storingsalarm-uitgangen worden regelmatig gesloten wanneer geselecteerd (heb √ in het vak), het scantype is kruisscannen wanneer geselecteerd.
● Weergave van lichtschermparameters: weergave van de kenmerken van het lichtscherm, zoals het totale aantal stralen, het aantal stralen dat continu wordt geblokkeerd, de blokkeringsalarmtijd, detectie-uitgangen, straalsterkte-uitgangen (ongebruikt), storingsalarmuitgangen, regelmatig open/gesloten teken en scantype (kruisscan/rechte scan), enz.
● Nadat u de parameters van het lichtscherm hebt ingesteld, klikt u op de bevestigingsknop. Het venster 'Parameters lichtscherm resetten' wordt weergegeven. Klik op de bevestigingsknop in het venster om de parameters van het lichtscherm in te stellen. Klik op de annuleringsknop als u de parameters niet wilt instellen.
● Klik op de knop Annuleren in de interface voor parameterinstellingen om deze interface te verlaten.

De communicatie tussen het lichtscherm en de pc
10.1 De verbinding tussen het lichtscherm en de pc
Gebruik de EIA485RS232-converter om verbinding te maken. Verbind de 9-aderige aansluiting van de converter met de 9-pins seriële interface van de pc. Het andere uiteinde van de converter verbindt u met de EIA485 seriële interfacelijn (2 lijnen) van het lichtscherm (zie afbeelding 4.2). Verbind TX+ met SYNA (groene lijn) van de ontvanger van het lichtscherm en TX- met SYNB (grijze lijn) van de ontvanger van het lichtscherm.
10.2 De communicatie tussen het lichtscherm en de pc
1 Aansluiting: sluit de zender en de ontvanger aan zoals weergegeven in afbeelding 5.2. Zorg ervoor dat de aansluiting goed is (schakel de stroom uit tijdens het aansluiten van de kabels). Plaats de zender en de ontvanger tegenover elkaar en zorg dat ze op één lijn liggen.
2 Schakel het lichtscherm in: schakel de voeding in (24V DC) en wacht tot het lichtscherm weer normaal werkt (meer details in hoofdstuk 6, detectie-instructies).
3 Communicatie met PC: bedien het programma Light-Screen volgens hoofdstuk 9, instructies over Light-Screen en hoe te communiceren met een PC.
10.3 Statusdetectie en parameterinstelling van het lichtscherm
1 Detecteer de werkstatus van het lichtscherm via de digitale displayinterface: door het object met een afmeting van 200*40mm te gebruiken dat op elke optische as beweegt, gaat het indicatielampje op de digitale displayinterface overeenkomstig aan of uit (de knop voor de leesbalk moet tijdens de werking oplichten)
2 Wanneer u de parameterinstellingsinterface gebruikt om de parameters van het lichtscherm in te stellen, moet u aandacht besteden aan sectie 9, instructies voor het lichtscherm en hoe u met een pc communiceert
Enviko is al meer dan 10 jaar gespecialiseerd in Weigh-in-Motion-systemen. Onze WIM-sensoren en andere producten genieten brede erkenning in de ITS-sector.