Infrarood voertuig

Infrarood voertuig

Korte beschrijving:

Intelligente verwarmingsfunctie.
Zelfdiagnostische functie.
Detectie-uitgang Alarmuitgangsfunctie.
Communicatie uit de RS 485-serie.
99,9% precisie voor voertuigscheiding.
Beschermingsgraad: IP67.


Product detail

Productlabels

LHAC
LHN1
LHA1

Producteigenschappen

Functies Dbeschrijving
Rontvangende straalkrachtdetectie Er zijn 4 niveaus van straalsterkte ingesteld, wat handig is voor installatie en onderhoud in het veld.
Ddiagnose functie Diagnostische LED's bieden een eenvoudige manier om de sensorprestaties te controleren.
Uitgangen Twee discrete uitgangen(Detectie-uitgang en alarmuitgang, NPN/PNP optioneel),plusMER-485 seriële communicatie.
Afschermende functie CDoor automatisch de storingen van de zender of de ontvanger en de vervuilingsstatus van de lens te detecteren, kan deze nog steeds werken in de staat van storingen en ondertussen waarschuwingsinstructies en alarmuitgangen verzenden.

1.1 Productcomponenten
De producten omvatten de volgende componenten:
● Zender en ontvanger;
● Eén 5-aderige (zender) en één 7-aderige (ontvanger) snelkoppelingskabel;
● Beschermde hoes;

1.3 Werkingsprincipe van het product
Het product bestaat hoofdzakelijk uit een ontvanger en een zender, waarbij gebruik wordt gemaakt van het principe van tegenschieten.
De ontvanger en de zender hebben dezelfde hoeveelheid LED's en foto-elektrische cellen, de LED in de zender en de foto-elektrische cel in de ontvanger worden synchroon uitgeschakeld. Wanneer het licht wordt geblokkeerd, maakt het systeem de uitvoer.

Product specificaties

Cinhoud Specificaties
Ooptisch asnummer (straal);optische asafstand;scanlengte 52;24 mm;1248 mm
Eeffectieve detectielengte 4 ~ 18m
Minimale objectgevoeligheid 40 mm(directe scan)
Voedingsspanning 24v gelijkstroom±20%;
Leveringhuidig 200mA
Ddiscrete uitgangen Tweerstand PNP/NPN beschikbaardetectie-uitgangen en alarmuitgangenMaximaal 150 mA.(30v gelijkstroom
EIA-485-uitgangen MERMet -485 seriële communicatie kan een computer scangegevens en systeemstatus verwerken.
Iindicatielampje uitgangen Wstatuslampje (rood), aan/uit-lampje (rood), signaalsterkte ontvangend licht (elk rood en geel)
Rrespons tijd 10 ms(directscannen
Dimensies(lengte breedte hoogte) 1361 mm× 48 mm× 46 mm
Operationeelvoorwaarde Temperatuur-45~ 80℃,maximale relatieve vochtigheid95%
Cbouw alichtbehuizing met zwart geanodiseerde afwerking;ramen van gehard glas
Milieubeoordeling IEC IP67

Indicatielampje instructie

LED-lampen worden gebruikt om de werkstatus en de storingsstatus van de producten aan te geven, de zender en de ontvanger hebben dezelfde hoeveelheid indicatielicht.De LED-lampjes bevinden zich bovenaan de zender en de ontvanger, zoals weergegeven in figuur 3.1
Handleiding (10)

Ddiagram 3.1indicatielampje instructie (werk status;stroomlicht)

Indicatielampje

emitter

ontvanger

Werk(rood:Werkstatuslampje onlichtschermwerkt abnormaal*uitlichtpuinhoopN werkt normaal onlichtschermis geblokkeerd**uitlichtschermwordt niet geblokkeerd
Warmte (roodPbloem licht onontvangende straal issterk (de buitensporige winst is meer dan8)knipperendontvangende straal is flauwvallen(de buitensporige winst isminderdan 8)

Opmerking: * wanneer het lichtscherm abnormaal werkt, worden alarmuitgangen uitgezonden;** wanneer het aantal optische assen isgeblokkeerdis groter danhet aantal straalsets, detectie-uitgangen worden verzonden.

Diagram3.2 indicatielampje instructie(straalsterkte ontvangen/licht

Indicatielampje

Zender en ontvanger

opmerkend

(①Rood, ②geel) ①Uit, ②uitbuitensporige winst:16 1 bij een lengte van 5 m is de buitensporige winst meer dan 16;bij de maximale detectielengte is de excessieve versterking 3,2 wanneer de excessieve versterking kleiner is dan8, depHet bloemlampje knippert.
①aan, ②uitbuitensporige winst: 12
①uit, ②aanbuitensporige winst :8
①aan, ②aanbuitensporige winst :4

 

Productafmetingen en aansluiting

4.1 productafmetingen worden weergegeven in figuur 4.1;
4.2 productaansluiting wordt weergegeven in figuur 4.2

Handleiding (5)
Handleiding (7)

Detectie-instructies

5.1 Verbinding
Stel eerst de ontvanger en de zender van het lichtscherm in volgens figuur 4.2, en zorg ervoor dat de verbinding goed is (uitschakelen bij aansluiten). Plaats vervolgens de zender en de ontvanger tegenover elkaar op de effectieve afstand.

5.2 Uitlijning
Schakel de stroom in (24V DC), na twee keer knipperen van het indicatielampje op het lichtscherm, als het aan/uit-lampje (rood) van de zender en de ontvanger aan is, terwijl het werkstatuslampje (rood) uit is, is het lichtscherm uitgelijnd.
Als het werkstatuslampje (rood) van de zender brandt, is er mogelijk sprake van een storing in de zender en (of) ontvanger en moet deze terug naar de fabriek worden gerepareerd.
Als het werkstatuslampje (rood) van de ontvanger brandt, is het lichtscherm mogelijk niet uitgelijnd. Beweeg of draai de ontvanger of zender langzaam en observeer totdat het werkstatuslampje van de ontvanger uit is (als het daarna niet meer kan worden uitgelijnd voor een lange tijd betekent dit dat het terug naar de fabriek moet worden gerepareerd).
Waarschuwing: er zijn geen objecten toegestaan ​​tijdens het uitlijningsproces.
Het ontvangende lichtsterktelicht (elk rood en geel) van de zender en de ontvanger is gerelateerd aan de werkelijke werkafstand, die de klanten moeten regelen op basis van daadwerkelijk gebruik.Meer details in diagram 3.2.

5.3 Lichtschermdetectie
De detectie dient te worden uitgevoerd binnen de effectieve afstand en de detectiehoogte van het lichtscherm.
Door gebruik te maken van objecten met een afmeting van 200*40 mm om het lichtscherm te detecteren, kan de detectie overal tussen de zender en de ontvanger worden uitgevoerd, meestal aan de ontvangerkant, wat gemakkelijker te observeren is.
Tijdens de detectie driemaal met constante snelheid (>2 cm/s) rondom het object detecteren.(lange zijde staat loodrecht op de balk, horizontaal midden, van boven naar beneden of van onder naar boven)
Tijdens het proces moet het werkstatuslampje (rood) van de ontvanger voortdurend branden, de verklaring die overeenkomt met de detectie-uitgangen mag niet veranderen.
Het lichtscherm werkt normaal als het aan de bovenstaande vereisten voldoet.

Aanpassing

Als het lichtscherm niet in de beste staat verkeert (zie figuur 6.1 en ddiagram6.1), moet aangepast worden.Szie figuur 6.2.

Handleiding (8)

1,TDe horizontale richting: pas de beschermde aanomslag: 4 draai de moer losof vastpgeroteerddekselchassis, handmatige rotatie van de beschermde deksel;

Pas de .... aanlichtscherm: maak de rechter niveau-instelschroef los en draai de linker vastniveauaanpassenmentmet de klok mee om de instelling aan te passenlichtscherm.Integendeel, omkeerbaar aanpassenlichtscherm.Paandacht om de hoeveelheid linker- en rechterschroef aan te passen;

2,Thij verticale richting: 4 moer losmakenof vaste beschermkap chassis, 4 verticale stelschroeven om de installatie op het chassis aan te passen;

3,To observeer de indicator van de staat, naar delichtscherm in de beste staat verkeert, draait u de chassisbevestigingsmoeren en alle losse schroeven vast.

Handleiding (9)

Fabrieksset

De volgende parameters kunnen worden gewijzigd via de seriële EIA485-interface; de ​​fabrieksinstelling is:
1 Wanneer geactiveerde uitgangen continu dekking hebben optisch asnummer N1=5;
2 Wanneer de continue N1-1 optische as (minimaal 3) geblokkeerd is, foutalarmtijd: T = 6(60s);
3 Type detectie-uitgang: NPN normaal open;
4 Type alarmuitgang: NPN normaal open;
5 Scanbenadering: directe scan;

Seriële communicatie-interface

8.1 Seriële communicatie-interface
● EIA485seriële interface, half-duplex asynchrone communicatie;
● Baudsnelheid: 19200;
● Tekenformaat: 1 startbit, 8 databits, 1 stopbit, geen pariteit, gegevens verzenden en ontvangen vanaf het lage begin
8.2 Gegevensformaat verzenden en ontvangen
● Gegevensformaat: alle gegevens zijn in hexadecimaal formaat, elke verzendende en ontvangende gegevens omvatten: 2 opdrachtbytewaarden, 0~meerdere gegevensbytes, 1 controlecodebyte;
● In totaal 4 verzend- en ontvangstopdrachten, zoals weergegeven in diagram 8.1

Diagram 8.1
Bestellingswaarde
(hexadecimaal) definitie Gegevensformaat (voor seriële interface lichtscherm)
ontvangen (hexadecimaal) verzenden (hexadecimaal)*
0x35、0x3A Statusinformatie lichtscherm ingesteld 0x35,0x3A,N1, T,B,CC 0x35,0x3A,N,N1,T,B,CC
0x55、0x5A Statusinformatie lichtscherm verzenden 0x55,0x5A,CC 0x55,0x5A,N,N1,T,B,CC
0x65、0x6A Lichtschermbundelinformatie verzenden (intermitterend) 0x65,0x6A,n,CC 0x65,0x6A,n,D1,D2,…,Dn,CC
0x95、0x9A Lichtschermbundelinformatie verzenden (continu) 0x95,0x9A,n,CC 0x95,0x9A,n,D1,D2,…,Dn,CC

N1 Wanneer uitgangen zijn geactiveerd, het aantal dat continu de straal buitenhoudt, 0 < N1 < 10 en N1 < N;
T De tijd dat de continue N1-1 lichtstraal buiten moet worden gehouden (10*T seconde), waarbij na verloop van tijd een alarm wordt afgegeven, 0< T <= 20;
B Detectie-uitgang (bit 0, de ontvanger), 0 (bit 1), alarmuitgang (bit 2, de zender) open/dicht teken, 0 regelmatig geopend, 1 regelmatig gesloten.Scantypeteken (bit 3), 0 rechte scan, 1 kruisscan.0x30 ~ 0x3F.
N Het totale aantal van de straal;
n Het aantal secties dat nodig is om de informatie van de bundel te verzenden (8 bundels vormen één sectie), 0 < n <= N/8, als N/8 een overblijfsel heeft, voeg dan één sectie toe;
D1,…,Dn Informatie van elke sectie van de straal (voor elke straal, geleiding is 0, dekking is 1);
CC 1 Byte-controlecode, de som van alle voorgaande getallen (hexadecimaal) en elimineer de hoge 8

8.3 Instructie voor het verzenden en ontvangen van gegevens
1 De initialisatie-instellingen van het lichtscherm zijn de ontvangstmodus voor seriële communicatie, voorbereid voor het ontvangen van gegevens.Elke keer dat er één gegevens worden ontvangen, volgens het bevel voor het ontvangen van gegevens, stelt u de gegevensinhoud in en stelt u de seriële communicatiemodus in op verzenden, waarna de verzonden gegevens worden voortgezet.Nadat de gegevens zijn verzonden, stelt u de seriële communicatiemodus opnieuw in op ontvangen.
2 Pas als de juiste gegevens zijn ontvangen, begint het proces van het verzenden van gegevens.De verkeerd ontvangen gegevens omvatten: verkeerde controlecode, verkeerde bestelwaarde (niet één van 0x35、0x3A / 0x55、0x5A / 0x65、0x6A / 0x95、0x9A));
3 De initialisatie-instellingen van het systeem van de klant moeten de verzendmodus voor seriële communicatie zijn. Elke keer nadat de gegevens zijn verzonden, stelt u de seriële communicatiemodus in op onmiddellijk ontvangen en bereidt u zich voor op het ontvangen van de gegevens die door het lichtscherm worden verzonden.
4 Wanneer het lichtscherm de gegevens ontvangt die door het systeem van de klant zijn verzonden, verzendt u de gegevens na deze scancyclus.Daarom moet voor het systeem van de klant, na het elke keer verzenden van gegevens, normaal gesproken rekening worden gehouden met 20 ~ 30 ms wachten op het ontvangen van gegevens.
5 Voor het gebod van de lichtschermstatusinformatie ingesteld (0x35,0x3A), vanwege de noodzaak om de EEPROM te schrijven, zal er meer tijd worden besteed aan het verzenden van gegevens.Voor deze opdracht raden wij de klant aan ongeveer 1 seconde te wachten op het ontvangen van gegevens.
6 Onder normale omstandigheden zou het klantsysteem regelmatig het lichtschermstraalinformatietransmissiecommando (0x65、0x6A/0x95、0x9A) gebruiken, maar de lichtschermstatusinformatie-instelling (0x35、0x3A) en het transmissiecommando (0x55、0x5A) worden alleen gebruikt wanneer vereist.Als dit niet nodig is, raden we u ten zeerste aan om het systeem niet te gebruiken in het systeem van de klant (met name de opdracht voor het instellen van de statusinformatie van het lichtscherm).
7 Omdat de modus van de EIA485 seriële interface half-duplex asynchroon is, luidt het werkingsprincipe van intermitterend verzenden (0x65,0x6A) en continu verzenden (0x95,0x9A) als volgt:
● Onderbroken verzenden: tijdens de initialisatie stelt u de seriële interface in op ontvangen. Wanneer het commando van het klantsysteem wordt ontvangen, stelt u de seriële interface in op verzenden.Verzend vervolgens gegevens op basis van het ontvangen commando. Na het verzenden van de gegevens wordt de seriële interface gereset om te ontvangen.
● Continu verzenden: wanneer de ontvangen opdrachtwaarde 0x95、0x9A is, start u met het continu verzenden van lichtschermbundelinformatie.
● Als er continu wordt verzonden en iemand van de optische as in het lichtscherm wordt buitengesloten, verzend dan seriële gegevens onder de omstandigheid dat elke scancirkel voorbij is terwijl de seriële interface beschikbaar is. Ondertussen zal de seriële interface dat wel doen. ingesteld zijn om te zenden.
● Bij continu zenden, als er geen optische as in het lichtscherm wordt buitengesloten en de seriële interface beschikbaar is (na het verzenden van deze gegevens), wordt de seriële interface ingesteld op ontvangen, wachtend op het ontvangen van gegevens.
● Waarschuwing: bij continu verzenden is het klantsysteem altijd de kant waar het ontvangen van gegevens nodig is. Wanneer het verzenden nodig is, kan dit alleen plaatsvinden onder de omstandigheid dat het lichtscherm niet wordt buitengehouden en moet het binnen 20 ~ 30 ms na de verzending worden voltooid. Er worden gegevens ontvangen, anders kunnen er seriële communicatieproblemen ontstaan ​​die niet te voorspellen zijn, en kan er schade aan de seriële interface ontstaan, als deze nog erger is.

Instructies voor Light-Screen en hoe u met een pc kunt communiceren

9.1 Overzicht
Light-Screen wordt gebruikt om de communicatie tussen het lichtscherm uit de LHAC-serie en de pc in te stellen. Mensen kunnen de werkstatus van het lichtscherm instellen en detecteren via Light-Screen.

9.2 Installatie
1 Installatievereisten
● Windows 2000- of XP-besturingssysteem in het Chinees of Engels;
● Beschik over een RS232 seriële interface (9-pins);
2 Installatiestappen
● Open de mappen: PC-communicatiesoftware\installer;
● Klik op het installatiebestand en installeer Light-Screen;
● Als het al Light-Screen heeft, voert de installatie eerst verwijderbewerkingen uit en installeert u vervolgens de software opnieuw
● Tijdens de installatie moet u eerst de installatiemap opgeven en vervolgens op Volgende klikken om te installeren

9.3 Bedieningsinstructies
1 Klik op “start”, zoek “programma(P)\Light-Screen\Light-Screen”, schakel Light-Screen in;
2 Na het bedienen van Light-Screen verschijnt eerst de interface zoals weergegeven in figuur 9.1, de linkerinterface;klik op de interface of wacht 10 seconden, het plaatje rechts van figuur 9.1 verschijnt.

Handleiding (1)

3 log in met de gebruikersnaam: abc, wachtwoorden: 1, klik vervolgens op “bevestigen”, open de werkinterface van Light Screen, zoals weergegeven in figuur 9.2 en figuur 9.3.

Handleiding (4)

Afbeelding 9.2 Werkinterface digitaal display

Handleiding (6)

Afbeelding 9.3 Werkinterface van grafisch display

4 De werkinterface van het display wordt gebruikt om de werkinformatie en statusinformatie van het lichtscherm weer te geven, meer details in de volgende woorden:
● Systeemwerkstatus: de huidige statusbox geeft aan of de seriële communicatie normaal is of niet. Klik op de knop voor zelfcontrole van het systeem en voer een seriële test uit;
● Lichtscherm lezen: klik op de knop Handmatig lezen, lees de statusinformatie van het lichtscherm één keer;
● Instellingen straaltransmissie: secties voor straaltransmissie instellen stelt het sectienummer van de zendstraal in, wanneer de leesstraalknop is ingeschakeld, wordt continu straalinformatie verzonden;
● Statusinformatie lichtscherm: geef het totale aantal stralen van het lichtscherm weer, het aantal continue stralen dat is geblokkeerd, de blokalarmtijd (de foutalarmtijd van minder dan continue N1-1-stralen die zijn geblokkeerd), markeringen zoals detectie uitgangen, uitgangen voor straalsterkte (ongebruikt), foutalarmuitgangen regelmatig open/dicht teken en scantype (rechtstreeks scannen/kruisscannen), enz.
● Digitaal display (figuur 9.2): indicatielampje (gerangschikt per sectie, de onderste optische as is de eerste) geeft de verklaring van elke straal weer, licht aan als deze wordt geblokkeerd, licht uit als deze niet wordt geblokkeerd.
● Grafische weergave (figuur 9.3): geef de vorm weer van de objecten die in een bepaalde periode door het lichtscherm gaan.
● Grafische weergaveconsole: kies de kleur van de afbeeldingen (de voorgrondselectie - de achtergrondkleur van de afbeeldingen (de achtergrondselectie -), de tijdsbreedte van het weergavevenster (tijd van X-as-X), enz. wanneer de afbeelding display (knop is aan, start gegevensverzameling en weergave.
5 Bij het maken van de keuze voor parameterinstellingen/systeemparametermenu, geef de interface voor parameterinstelling weer (figuur 9.4), om de werkparameters van het lichtscherm in te stellen, meer details staan ​​in de volgende woorden:
● Lichtschermparameters instellen: stel het aantal stralen in dat continu wordt buitengehouden, blokkeer de alarmtijd, de uitvoermodus van elke markering, etc. Waaronder: signalen zoals detectie-uitgangen, straalsterkte-uitgangen (ongebruikt), foutalarmuitgangen worden regelmatig gesloten indien geselecteerd (hebben√ in het vak), het scantype is cross-scannen indien geselecteerd.;
● Lichtschermparameters weergeven: geef de markeringen van het lichtscherm weer, zoals het totale aantal stralen, het aantal stralen dat continu wordt geblokkeerd, de blokalarmtijd, detectie-uitgangen, straalsterkte-uitgangen (ongebruikt), foutalarmuitgangen regelmatig open/dicht teken en scantype (cross scan/straight scan), enz.
● Na het instellen van de lichtschermparameters klikt u op de bevestigingsknop, geeft u het reset-lichtschermparametersvak weer, klikt u op de bevestigingsknop van het vak, om de lichtgordijnparameters in te stellen, klikt u op de knop Annuleren. Als u de lichtschermparameters niet wilt instellen parameters.
● Klik op de knop Annuleren op de parameterinstellingeninterface om deze interface te verlaten.

Handleiding (2)

De communicatie tussen het lichtscherm en PC

10.1 De verbinding tussen het lichtscherm en PC
Gebruik de EIA485RS232-converter om verbinding te maken, verbind de 9-core aansluiting van de converter met de 9-pins seriële interface van de pc, het andere uiteinde van de converter wordt aangesloten op de EIA485 seriële interfacelijn (2 lijnen) van het lichtscherm (weergegeven in figuur 4.2 ).Verbind de TX+ met SYNA (groene lijn) van de ontvanger van het lichtscherm, verbind TX- met de SYNB (grijze lijn) van de ontvanger van het lichtscherm.

10.2 De communicatie tussen het lichtscherm en PC
1 Aansluiting: sluit de zender en de ontvanger aan zoals weergegeven in figuur 5.2, en zorg ervoor dat de verbinding goed is (uitschakelen tijdens het aansluiten van de kabels), plaats de zender en de ontvanger tegenover elkaar en zorg voor uitlijning.
2 Schakel het lichtscherm in: schakel de voeding in (24V DC) en wacht tot het lichtscherm weer normaal werkt (meer details in sectie 6, detectie-instructies)
3 Communicatie met PC: bedien het programma Light-Screen, volgens hoofdstuk 9, instructies van Light Screen en communiceren met een PC.

10.3 Statusdetectie en parameterinstellingen van het lichtscherm
1. Detecteer de werkstatus van het lichtscherm via de digitale display-interface: met behulp van het object waarvan de grootte 200 * 40 mm is en beweegt op elke optische as, is het indicatielampje op de digitale display-interface dienovereenkomstig aan of uit (de leesstraal(读取光束)knop moet tijdens de bediening lichter zijn)
2 Wanneer u de interface voor het instellen van parameters gebruikt om de parameters van het lichtscherm in te stellen, dient u aandacht te besteden aan sectie 9, instructies van Lichtscherm en hoe u met een pc kunt communiceren


  • Vorig:
  • Volgende:

  • gerelateerde producten